top of page

Benelux

• De Benelux-landen (België, Nederland, Luxemburg) liggen aan de noordgrens van waar wijnbouw mogelijk is, namelijk op of zelfs boven de breedtegraad van 50°. Luxemburg heeft een areaal van ongeveer 1.300ha, België 400 en Nederland 250. Daarmee zijn alle drie de landen op wereldschaal piepkleine spelers.

• In Luxemburg ligt de wijnbouw geconcentreerd in het uiterste oosten van het land, aan de oevers van de Moezel. Men produceert er voornamelijk witte en mousserende wijn (hoofddruiven: müller-thurgau, auxerrois, pinot gris, riesling, pinot blanc en elbling) en een klein beetje rosé en rood, voornamelijk van pinot noir. De enige appellatie van het land heet “Moselle Luxembourgeoise”. Na keuring kunnen de wijnen een keurmerk krijgen genaamd “Marque Nationale” op voorwaarde dat ze minstens 12 op 20 scoren. Bij een score vanaf 14/20 wordt dat “Vin Classé”, vanaf 16/20 “Premier Cru” en vanaf 18/20 “Grand Premier Cru”.
• Drie types zoete wijn die in Luxemburg geproduceerd worden, zijn Vendanges Tardives (late oogst, soms met Botrytis), Vin de Glace (ijswijn) en Vin de Paille (van gedroogde druiven). Mousserende wijn die volledig gemaakt wordt van Luxemburgse druiven, mag Crémant de Luxembourg genoemd worden.
• Luxemburg voert meer dan de helft van zijn wijn uit, waarvan vier vijfde naar België.

In Nederland zijn ongeveer 140 commerciële wijnbouwers actief over het hele land, tot en met in het noorden te Friesland, maar de meeste in provincie Gelderland. De grootste concentratie wijngaarden vind je in het zuiden: Nederlands Limburg, Brabant en Zeeland. Enkel in die drie provincies komen klassieke druivenrassen zoals chardonnay, riesling en pinot noir noemenswaardig voor; in de hoger gelegen provincies gebruikt men bijna uitsluitend hybride rassen zoals johanniter, muscaris, solaris of souvignier gris voor wit en regent, pinotin en cabernet cortis voor rood. Men maakt 70% wit en mousserend, de rest rood en rosé.

Nederland en België delen een bob (Beschermde OorsprongsBenaming): Maasvallei Limburg (sinds 2018). Dit is een unicum in de wijnwereld.

Nederlandse bga (Beschermde Geografische Aanduiding, vgl met igp) en bob (vgl met aop): Behalve de bovenvermelde zijn er de bob
• Mergelland,
• Vijlen,
• Oolde en
• Ambt Delden

Voor Achterhoek Winterswijk is de aanvraag lopende. Verder hebben de Nederlanders het zich wat bga’s betreft gemakkelijk gemaakt: elke provincie heeft zijn eigen bga.

In België kent de wijnbouw de laatste jaren een gestage opmars, van minder dan 100ha in 2008 naar meer dan 400 tien jaar later. Naargelang van het oogstjaar verschilt de productie, zowel in kwantiteit als in soort wijn. Meer dan 40% tot de helft van de productie is wit, een kwart mousserend, vijftien procent rood en de rest rosé. Maar er zijn zeer grote verschillen tussen de gewesten: zo maakt ‘mousserend’ in Wallonië meer dan de helft van de productie uit, wat mee verklaart dat Vlaanderen en Wallonië ongeveer evenveel wijn produceren terwijl twee derde van de wijngaardoppervlakte in Vlaanderen ligt. De meest aangeplante druiven zijn chardonnay, pinot noir, pinot gris en auxerrois.
Hybride rassen maken minder dan 10% van het areaal uit; de belangrijkste druiven zijn hier johanniter voor wit en regent voor rood. Ook hier is er een regionaal verschil: Vlaanderen zweert bij de klassieke rassen (94%), Wallonië plant veel meer hybride aan (31%).

Belgische bga en bob: Er zijn 8 bob’s: behalve de bovenvermelde zijn dat
• Hagelandse Wijn,
• Haspengouwse Wijn,
• Heuvellandse Wijn,
• Vlaamse Mousserende Kwaliteitswijn,
• Côtes de Sambre et Meuse,
• Crémant de Wallonie,
• Vin Mousseux de Qualité de Wallonie.

Ook zijn er twee bga’s: Vlaamse Landwijn (op het etiket gevolgd door een streek) en Vin de Pays des Jardins de Wallonie. Er is een erkenningsprocedure die voor de bob ook een smaakproef omvat, maar gewoonlijk haalt het leeuwendeel van de aangeboden wijnen de erkenning.

bottom of page