top of page

Piëmonte

Piëmonte ligt in het noordwesten van Italië, en wordt begrensd door de Alpen, de Povlakte en de Apennijnen. Het woord betekent trouwens “aan de voet van de berg”. De wijngaarden liggen op hoge steile hellingen, soms op terrassen, en hebben een verschillende expositie naar de zon. Deze expositie is bepalend voor de aanplant van de verschillende druivenrassen. Het wijngaardareaal bedraagt ongeveer 46.000 ha en is zeer versnipperd vergelijkbaar met de situatie in Bourgogne.

Het klimaat is continentaal, waarbij de Alpen beschermen tegen de koude noordenwinden en er anderzijds mediterrane invloed uit het zuiden is. Warmte overdag en koele nachten zorgen voor het behoud van aciditeit en de ontwikkeling van aromacomponenten
in de druiven.

De bodem is gevarieerd met o.a. kalk, mergel, porfier en schist.

85% van de aanplant zijn blauwe druiven, met als belangrijkste nebbiolo, barbera en dolcetto.

Barolo wordt beschouwd als de ”koning” van de regio, gemaakt van 100% nebbiolodruiven, 2 jaar gerijpt op hout en 1 jaar op fles. De druiven voor barolo krijgen steeds de beste wijngaarden, boven aan de helling, zuidgericht, bij voorkeur met een kalkbodem. De belangrijkste gemeentes waar barolo mag geproduceerd worden zijn Barolo, La Morra, Monforte d’Alba, Serralunga en Castiglione Faletto. Barolo heeft florale aroma’s (rozen, viooltjes), verder tabak, paddenstoelen, teer. Hoge aciditeit en stevige tannine geven een
krachtige wijn met een enorm verouderingspotentieel.

Barbaresco of de “koningin”, eveneens van 100% nebbiolodruiven is wat zachter en soepeler, rijpt ook vlugger maar kan minder lang verouderen. Hij rijpt slechts 1 jaar op hout en 1 jaar op fles. De 3 belangrijkste gemeentes zijn Barbaresco, Neive en Treiso.

Barbera is na sangiovese de meest aangeplante blauwe druif in Italië. Ze geeft wijnen met veel kleur, aroma’s van donker fruit en kruiden, een hoge aciditeit en relatief weinig tannine. Belangrijk zijn doc Barbera d’Alba en docg Barbera d’Asti.

Economisch belangrijk is de dolcettodruif. Kersenaroma’s, stevige tannine maar relatief weinig zuren, en een bittertje van amandelen in de afdronk geven een eenvoudige wijn voor alle dag.

De stijl van barolo varieert volgens de gemeente waar de wijn geproduceerd wordt. Barolo en La Morra hebben een kalk/mergelbodem, de wijnen zijn wat lichter en vlugger rijp. Serralunga en Monforte hebben meer zandsteen en geven krachtige wijnen die een lange veroudering vragen. Castiglione Faletto geeft een combinatie van beiden.

Anderzijds is er bij de producenten het onderscheid tussen de “traditionalisten” en de “modernisten”. De eersten houden van een lange maceratie en lange houtrijping in grote “botte” van Slavonische eik. De modernisten passen een kortere maceratie toe en gebruiken Franse barriques, waardoor de wijn meer fruit heeft en zachter tannine. De laatste jaren passen veel producenten technieken uit beide “kampen” gelijktijdig toe.

Piëmonte heeft 18 docg‘s (Denominazione di Origine Controllata e Garantita), en 45 doc’s (Denominazione di Origine), maar geen igt (Indicazione Geografica Tipica). De generieke appellatie is doc Piëmonte.

Meer naar het noorden toe produceren de subregio’s Gattinara en Ghemme minder bekende nebbiolowijnen die echter een zeer goede prijs/kwaliteitverhouding kunnen bieden.

Qua witte druiven zijn moscato (voor asti spumante en moscato d’asti), cortese (rond Gavi) en arneis in de Roeroheuvels de belangrijkste.

bottom of page